Niels: “Precies één jaar geleden onderging ik een bypass operatie. Hierbij kreeg ik vijf omleidingen. Na afloop bleek dat de operatie goed was gegaan. Maar twee dagen later, ik lag nog op de intensive care, kon ik ineens niet meer praten. Alle alarmbellen gingen rinkelen, en ik werd meteen weer naar de operatiekamer gebracht. Ik bleek een herseninfarct te hebben gehad, veroorzaakt door een bloedpropje.
Toen ik eenmaal naar huis mocht, kon ik in een ziekenhuis dichter bij huis terecht om te revalideren na mijn bypass operatie. Hier ging ik samen met de fysiotherapeuten in het ziekenhuis mee aan de slag. Pas veel later werd ik gebeld door het ziekenhuis waar ik geopereerd was, en zij informeerden ook hoe het met me ging na het herseninfarct. Toen heb ik aangegeven dat ik eigenlijk heel wat klachten ondervond. Van deze arts hoorde ik dat er een speciaal CVA-traject bestaat, en hij verwees me hiervoor door naar Klimmendaal.
Al snel kon ik beginnen met dagbehandeling bij Klimmendaal. Dat heeft me heel veel inzicht gegeven. Eigenlijk was ik al die tijd aan het worstelen om alles te doen wat ik vóór mijn operatie en CVA ook deed. In het ziekenhuis vroegen de artsen mij: ‘Heb je nog vragen?’ Tja, wat moet je dan vragen? Je maakt zoiets voor het eerst mee. Bij Klimmendaal zei de arts mij eerst eens rustig te gaan zitten en mijn verhaal te doen. Dat vond ik erg prettig.
Ik had verschillende neurologische klachten. Ik was onder andere vergeetachtig en kon veel minder dan vóór mijn CVA. Daar heb ik nu mee om leren gaan. Natuurlijk ben je blij dat je geen verlamming hebt, en dat je überhaupt nog leeft, maar toch moet je ook met de kleinere beperkingen die je hebt om leren gaan. De eerste keer dat ik weer op mijn werk was, was ik na een half uur al helemaal kapot. Ik heb heel veel steun gehad vanuit collega’s. Op een gegeven moment ging ik vaker ‘nee’ zeggen. Dat was voor mij het grootste leerpunt.
Voor mijn beroerte sportte ik heel veel, ik deed mee aan triathlons. Heel graag wilde ik weer op mijn oude niveau verder sporten, en ook weer fulltime werken. Ik weet nu dat je keuzes moet maken, en met de nieuwe situatie moet leren omgaan. Als ik nu ga fietsen, ga ik daar anders mee om dan voorheen. Als het fietsen voorheen niet lekker ging, ging ik er ‘doorheen’. Nu stop ik juist even, om niet over een grens te gaan.
De ergotherapie en logopedie waren eigenlijk de ‘basiszorg’, maar de gesprekken met de psycholoog waren voor mij de ‘kers op de taart’. Juist het opnieuw leren omgaan met wat je wel en niet kan is psychologisch een heel traject. Het revalidatietraject stopt bijna voor mij. Dan moet ik het alleen doen. Het is juist zo fijn dat er iemand met je meekijkt en je af en toe eens samen kunt evalueren. Toch ga ik verder op deze weg, en ga ik kijken of ik zoveel mogelijk mijn eigen werk weer kan doen.
Mijn tip voor anderen in dezelfde situatie: laat je goed voorlichten, kijk wat er mogelijk is én zorg dat er iemand is die met je meedenkt.”